Hendrik Priem (1761-1810) describes his attack (27 October 1808) by his assailant the ‘Bastaard Hottentot’ Arie Abel during the Slave Rebellion (1808)

Verbatim Transcription by Mansell G. Upham ©  

Hendrik Priem (1761-1810) gives testimony (19 November 1808) concerning his attack (27 October 1808) during the Slave Rebellion of 1808

[CA: CJ 515 (19 November 1808)]

Litt. GGG

Compareerde voor de ondergeteekende Gecommitteerde Leden uit den Ed:[ele] Achtb;[are] Raade van Justitie dezes Gouvernements

  • Hendrik Prehn [Heinrich Prien aka Hendrik Priem  (1786-1810) (from Schmalstede in Danish Holstein)]

woonachtig aan de overzijde van ‘t Zoute rivier op de plaats genaamd de Yzere plaat; dewelke ter requisitie van het Officie Fiscaal verklaarde hoe waar is;

Dat hij Comp:[aran]t in den nacht van Donderdag den 27e October l[aas]t[en]s:, omstreeks twaalf Uuren uit den slaap wierd gewekt door een geraas op deszelvs Werf, uit zyn Bed is gestaan, en zich buiten heeft begeven en alstoen gezien heeft, dat aldaar verscheeden bespanne paarde wagens waren, voor een van welke tusschen de voorpaarden een man stond, die door vier a vijf zwarten geslaagen wierd;

Dat hy zich derwaards begeeven, en naar de redden daarvan gevraagd hebbende, in ‘t eerst geen antwoord bekwam, maar kort daarop door een dier zwarten die hy erkend voor een Bastaard Hottentot in name

  • Arie

wierd aangegreepen, met te zeggen

Aha! Jouw moerneuker ben jij hier, jij bent altyd zo een uithaalder geweest, kom hier maak hem vast en bring hem by de Capitein.

Dat hij Comp:[aran]t daarop door eenige uit een menigte zwarten die hem omringden vastgemaakt, en naar een der wagens waaren zich naar hun zeggen hunnen Captein bevond gingen brengen, wanneer hy op zijn verzoek toegelaaten zijnde even binnens huijs te mogen gaan om zich te kleeden – hebben hij niets dan een Jas over zijn hembd – middel kreeg om zodra hij binnens deurs was zich door middel van [inserted – den] voorduur van hem te Separeeren, en zich lostemaaken, en zijn geweer te grijpen; dat hij nu sijn geweer machtig zijnde voorwaards trad om hen weg te drijven wanneer hem, zoo als hij ter deure wilde uitstappen, de hagel van een los gebrand geweer, rakelings dwaars voorby vloog het geen hy met zijn geweer dat met sijne dons hagel gelaaden was onder de troup te lossen, beantwoord hebbenden hem zag verspreijden, en eenige ogenblikken daarna antwoorde, dat ‘er een parthy Dragonders hem op ‘t Lyf waaren, en zich van hun meester maakten, terwijl de Comp:[aran]t naderhand vernam dat de geslaagen man, genaamd was

  • Piet Joubert van de Groeneberg. –

Niets meer verklarende geeft de Comp:[aran]t voor redenen van Wetenschap als in den Text dezes vermeld is, bereid zijnde al het vorenstaande des geregavreerd wordende, met Solemneelen Eede te bevestigen. –

Aldus gepasseerd aan de Kaap de Goede Hoop den 10de November 1808 voor de heeren

  • L.C. H Strubberg &
  • N.W. Hiddingh

als Gocommitteerdens uit welopgem:[elden] Raad, die de minute deezes benevens den Comp:[aran]t & mij Secretaris meeded behoorliyk hebben gesubscribeerd. –

Quod Attestor

[signed] G. Beelaert van Blockland Jnr.

Recollement

Compareerde voor de ondergeteekende Gecommitteerdens uit den Ed:[ele] Achtb:[are] Raade van Justitie,

Hendrik Prehn [Hendrik Priem],

aan welken zyne vorenstaande Verklaaring van woorde tot woorde klaar en duidelijk voorgeleezen zynde, betuijgde daarbij te blijven persisteeren, niet begeerende dat daar iets bij ofte van gedaan worden zal, en Spraak voorts tot bevestiging der waarheid de Solemneele woorden.

Zoo waarlijk helpe mij God almachtig!

En zulks in praesentie van de Gedeten:[eerde] Arie Abel

Actum aan de Kaap de Goede Hoop den 19de November 1808

Als Gecommitteerdens

[signed] L.C.H. Strubberg

[signed] P.J. Truter Sr.

X  Dit is ‘t merk van Hendrik Prehn verklaarde niet te kunnen schrijven

[signed] G. Beelaert van Blockland

Hailing from the hamlet of Schmalstede in Danish Holsten, Heinrich Prien later known as Hendrik Priem  (1761-1810), arrives at the Cape of Good Hope (30 March 1788) as a soldier on the VOC ship Gouverneur-Generaal Maatsuijker (Chamber of Amsterdam) and marries (9 December 1798) the 13-year old Cape-born Cornelia (Neeltje) Catharina van de Berg (1785-1835), daughter of the Westphalian Matthias van den Berg (from Münster) and the Cape-born Geertruids Brits.

During the 1808 so-called ‘Slave Rebellion’, he is accosted at his pondok at Ysterplaat, tied up and assaulted by the runaway Bastaard Hottentot Arie Abel “een Basterd in dienst van Jan Laubscher [Johannes Albertus Loubser (1776-1842)] op ‘t Visserhok” … who calls him an uithaalder (‘flasher’) and moerkneucker (‘mother-fucker’) … but Priem manages to break loose and fire at his attackers who thereupon flee.

The free-black Moses Arend van Graan and his wife Clara van de Caab are also resident on the same farm in 1800 – some of their descendants later marry descendants of the Priem Family.

Hendrik Priem dies (28 July 1810) aged 49 years, 2 months and 18 days old at the place Hols [Holsten?] adjacent to the farm of Matthijs Christiaan Bantjes Jan Biesjes Kraal – also found as Jan Buyskes Kraal – now Milnerton, he is recorded as Henrich Prien born in Deensch Holstein [Danish Holsten – now incorporated (as part of Schleswig-Holstein) into the Federal Republic of Germany].

After his death his widow shacks up (1810) with Willem Caesar, the brother of the vrijgebooren Hendrik Caesar – the man who famously chaperones Saartje Baartman aka the Hottentot Venus in London.

Thereafter (1812) his widow Cornelia (Neeltje) Catharina van den Berg (1785-1835) becomes concubine to the legally separated Justus Nicholas Keer (from Eisenach, Saxony) relocating with her two children to his new place at Blaauw Berg`s Valley.

Leave a comment